Nog wel winterprei en bietjes, maar er is geen boerenkool meer te vinden op de Voedseltuin. De natte en vooral warme herfst heeft de witte vliegpopulatie laten exploderen. Een paar keer nachtvorst in oktober had de onstuimige toename kunnen tegenhouden. Helaas, de onderkanten van de boerenkoolbladeren zaten vol met witte vlieg. We hebben versneld de boerenkool, spruitjes en palmkool geoogst en goed afgespoeld voor we de groenten uitleverden aan de Voedselbank. Hoe kun je zonder bestrijdingsmiddelen te gebruiken toch voorkomen dat plaaginsecten de overhand krijgen?
Lokken
We gaan meer lokplanten tussen onze teeltbedden zetten. Lokplanten kun je gebruiken om insecten aan te trekken, niet alleen bijen en vlinders, maar ook insecten die het op onze groenten hebben voorzien. Afrikaantjes en goudsbloemen zijn al heel bekend. Wij houden vooral van de Oost-Indische kers. Die groeit uitbundig op ieder plekje waar je hem plant tot laat in de herfst, met felle gele en oranje bloemen. De bloemen, bladeren, bloemknoppen en zaden kun je ook nog gebruiken in de keuken. Ze smaken pittig, een beetje als radijsjes, en zijn heel gezond.
Verjagen
Je kunt het plaaginsecten ook moeilijk maken. Door veel gewassen met verschillende vormen, geuren en kleuren overal in je moestuin te planten, breng je de witte vlieg in de war. De witte vlieg is een zuigend insect. Om te weten of ze haar lievelingsgewas gevonden heeft, proeft ze altijd eerst. Wanneer je veel verschillende groenten en kruiden bij elkaar zet, vindt ze lastiger haar voorkeursgroente waardoor ze zich niet thuis voelt in je moestuin.
We zorgen volgend teeltseizoen voor nog meer diversiteit in de Voedseltuin. Tussen alle teeltbedden planten we Oost-Indische kers en sterk geurende tuinkruiden zoals rozemarijn, tijm, basilicum en munt. En niet te vergeten: veel knoflook. In een tuin waar heel veel verschillende soorten bloemen, kruiden en groenten afgewisseld worden zal iedere plaaginsect het moeilijker hebben om groenten van zijn of haar gading te vinden.
Welkom op de Voedseltuin
‘Diversiteit: twee vliegen in één klap slaan’. Op maandag- , woensdag- en vrijdagmorgen werken we aan winterklussen. Op natte dagen doppen we droogboontjes. Week 51, 52 en week 1 van het nieuwe jaar houden we een winterstop.