Midden tussen onze teeltbedden staat Koe van Troje. Het opvallende kunstwerk heeft gezelschap gekregen van een al even opvallende Wandelkap. Half april hebben we Wandelkap gebouwd. Zij is geen gewone tunnelkas, die blijft op zijn plekje staan. Wandelkap wandelt mee in onze wisselteelt en we groeien er vruchtgroenten zoals tomaten en aubergines in.
Wandelkap
Wandelkap is een constructie van vijf bogen, die ieder met twee grondankers aan de bodem vastgemaakt staan. Zo’n grondanker is niets meer dan een reusachtige schroef die al ronddraaiend zich vast graaft. Over de bogen wordt een doorzichtige folie getrokken en de folie maak je met klemmetjes vast aan de bogen. Binnenin is het al snel 10 graden warmer dan buiten en de groenten staan ook beschut tegen regen en wind. En als het hoogzomer en heel warm wordt? Dan schuif je de folie aan de zijkanten omhoog. Wind zorgt voor ventilatie maar de tomaten houden een dakje boven hun hoofd.
Wisselteelt
In de natuur groeit alles op, langs en door elkaar heen. Verschillende planten helpen en beschermen elkaar. Op een groentetuin brengen we daar plotseling verandering in en maken we nette rijtjes van dezelfde soorten planten. Maar we moeten rekening blijven houden met de natuur, zorgen dat de processen die gezonde planten doen groeien doorgaan. Daarom wisselen we ieder jaar de groentesoorten van plaats. Wisselteelt beschermt groenten tegen ziekten en insectenplagen en helpt de bodemvruchtbaarheid.
Heel bekend is knolvoet, een schimmel die koolgroenten laat verwelken, vooral op zandgronden. Knolvoet wil je voorkomen want het is niet te bestrijden. Eenmaal in je groentetuin maken de schimmelsporen de bodem vele jaren ongeschikt voor koolgroenten. Daarom planten we maar eenmaal in de zes jaar koolsoorten op dezelfde plek.
Als je elk jaar op hetzelfde stukje worteltjes zaait maak je het de wortelvlieg wel erg gemakkelijk, of de preivlieg bij preien. Dezelfde groenten op dezelfde plaats helpt deze insecten om te overleven, zich te vermenigvuldigen en je oogst te laten mislukken.
De groenten die je het ene jaar kweekt, kunnen de bodem geschikter maken voor het gewas dat het jaar erna daar groeit. Peulgewassen zoals tuinbonen voeden de grond met extra stikstof. Daarvan profiteren de groenten die je het jaar erna plant. Prei laat een rulle bodemstructuur achter en gewassen die snel de grond bedekken weren het opkomen (en voortplanten) van onkruid.
Wandelen
Onder de wandelkap telen we groenten die wat meer warmte nodig hebben of die niet van regen houden. Dat worden deze zomer tomaten, aubergines, paprika, pepertjes. Als we nog wat ruimte over hebben, een paar komkommerplanten erbij. Allemaal groenten uit de vruchtgroenten-familie die volgend teeltseizoen op een nieuwe plaats in de Voedseltuin een afdak nodig hebben. Grondankers losdraaien, met 10 tuinwerkers Wandelkap oppakken en naar het volgende teeltvak wandelen, dat is het plan!
Welkom op de Voedseltuin
‘April maakt de bloem en Mei bekomt de roem’. Voor een wandeling over de tuin of om een helpende hand toe te steken: je vindt ons op maandag- , woensdag- en vrijdagmorgen bij de Pipowagen.