Resultaten en achtergronden van ons project

Regelmatig wordt de vraag gesteld: “Wat brengt dit tuinproject op het terrein van De Kleine Aarde in Boxtel op?” Met andere woorden, welke resultaten zijn en worden geboekt? Deze vraag kan als volgt worden beantwoord: “Het gaat geweldig goed, de productie is prima en de tuinwerkers (ons team van medewerkers) heeft het uitstekend naar de zin!” Daarmee weet je nog maar weinig. Daarom een poging van een toelichting erop.

Het project voor de voedseltuin in Boxtel is gestart in 2014. Toen waren de eerste verkenningen om te komen tot een project, zoals dat eerder in Brabants hoofdstad is opgezet: Voedseltuin Villanueva. Gesprekken met organisaties, bedrijven en met de lokale overheid leidden tot de conclusie dat ook in Boxtel plaats zou zijn voor een vergelijkbaar voedseltuinproject als in ‘s-Hertogenbosch. Nodig is een stuk grond, dat voor minimaal 10 jaar kan worden gebruikt (zonder kosten). De gemeente zou die grond ter beschikking stellen. Daarnaast is het nodig over de nodige euro’s te kunnen beschikken om investeringen te doen om een voedseltuinbedrijf te kunnen beginnen. En jaarlijks is er geld nodig om de exploitatiekosten te kunnen betalen. Bedrijven, organisaties, fondsen en particulieren hebben ons in staat gesteld dit alles te realiseren.

Er zijn twee doelen als uitgangspunt: op de eerste plaats gaat het om structureel verse groenten te kunnen leveren aan de voedselbank voor Boxtel en omstreken. Zodat die belangrijke organisatie – gericht op de allerarmsten van onze samenleving – gegarandeerd de clienten (anno 2019 zo’n 500 monden) wekelijks verse groenten kan aanbieden. Een tweede doel is het bieden van extra kansen aan mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Mensen, die om welke redenen dan ook, weer een nieuwe weg vinden tot levensgeluk, in welke vorm dan ook.

Het lijkt ons van belang met name hierover meer toelichting te geven in de vorm van voorbeelden. Want dat we sla, andijvie, rabarber, koolsoorten, bonen, enzovoorts leveren, is wel duidelijk.

Vanaf de start van het tuinproject op De Kleine Aarde zijn er inmiddels (september 2019) ruim 120 verschillende tuinwerkers actief geweest. Die fikse wijziging van de medewerkers (vrijwilligers) aan ons tuinproject is opvallend wellicht, maar ook is die discontinuïteit van belang. Immers, voor sommigen is het een tijdelijke plek om weer op adem te komen en het leven weer opnieuw uit te vinden. Mensen die langdurig gepest zijn op het werk, mensen voor wie de werkdruk veel te hoog is gaan worden, zoeken weer evenwicht in het dagelijks doen, levensritme, aardigheid, vriendelijkheid, enz. Daarnaast zijn er regelmatig jongeren, die de weg naar een eigen toekomst moeilijk kunnen vinden. Zij krijgen steun bij ons op de tuin van collega’s en vanuit de tuinleiding. Er zijn voorbeelden van jonge mensen die een studie kozen tijdens het werk en inmiddels daar aan hun toekomst werken. Ook zijn er tuinwerkers, die een adempauze willen nemen en het werken op de tuin ervaren als een aangename, inspirerende fase in hun leven. Zij doen nieuwe energie op. Daarnaast kent onze tuin mensen van allerlei leeftijd (de jongste is 17 en de oudste inmiddels 83) die graag een eigen bijdrage willen leveren aan mensen die hulp hard nodig hebben.

Er zijn nog tal van zandere zaken te vermelden, als het gaat om wat de voedseltuin teweegbrengt. Zoals de ontwikkelingen op het gebied van tuinieren, de grote aandacht voor ecologisch/biologisch werken, het voortdurend experimenteren. Onze tuinwerkers krijgen alle gelegenheid zaken te initiëren, uit te proberen. Want juist dat maakt het werken – samen met collega’s – zo waardevol.

Plannen voor de toekomst zijn er uiteraard ook. Zo zouden we graag aandacht willen schenken aan de verbinding tussen mensen in onze dorpen. Door eenvoudige recepten bij de groenten te leveren, denken we een goede aanzet hiertoe te leveren. Zo krijgen de clienten van de voedselbank hulp bij het koken, voor zover dat gewenst wordt. Antwoorden op vragen als ‘Hoe maak je boerenkool klaar, wat kun je met knolvenkel allemaal doen, hoe kunnen boontjes lekker gaan smaken?’ Wellicht kunnen we in samenspraak met andere partijen kooklessen aanbieden, waardoor tuinwerkers en clienten van de voedselbank elkaar treffen aan de keukentafel. Dat levert nieuwe contacten op en ook wederzijds begrip.